Al jaren heeft mijn zoon een haat-liefde verhouding met school en docenten. Inmiddels is hij 17 jaar en zit hij op een particuliere school tot ons aller tevredenheid. Maar voor die tijd was het altijd hommeles. Het begon op de basisschool. Als vier jarige kon hij al moeilijk stil zitten en viel hij af en toe van zijn stoel tijdens het kringgesprek. Dat hij vooral moest bewegen en een Pietje Bell was hebben we tot in den treure moeten uitleggen aan (meestal) strakke juffen. We hebben elkaar regelmatig wanhopig aangekeken: waarom zijn er geen docenten die een beetje compassie hebben met ons kind?

Sinds hij rijles heeft, hebben we ontdekt wat we nu eigenlijk vragen van een docent: humor en aansluiting bij de belevingswereld van onze zoon. Ik ben er overigens van overtuigd dat dit bij 99% van de kinderen werkt! Hij komt tegenwoordig helemaal enthousiast thuis van zijn rijles. Het onderwerp ‘spiegels gebruiken’ pakt de instructeur als volgt aan: ‘Jongen, je mist chickies (meisjes) als je niet oplet. Ik zal het je laten zien.’ De instructeur loopt vervolgens langs de auto en blijft roepen totdat onze zoon de dode hoek herkend heeft. ‘Oké jongen en je nu een chickie voorstellen, wat had je nu allemaal gemist?’
Mijn zoon kijkt vervolgens nog wel drie keer extra in de spiegel; de boodschap is helemaal begrepen. Tijdens het rijden herhaalt deze methode zich. Als de instructeur vertelt hoeveel dames je wel niet kan zien als je alle drie de spiegels goed gebruikt, weet mijn zoon van geen ophouden meer. Spiegelen, over de schouders kijken en ook alle andere aanwijzingen worden nauwgezet opgevolgd.

De zeurkous onder ons zal deze rijinstructeur seksistisch vinden. Wij als ouders weten dat zijn onderwijsmethode op dit moment de enige is die echt aansluit bij de door hormonen geregeerde wereld van een puber van 17. Ik ben er trouwens van overtuigd dat deze rijinstructeur met een kinderwagen langs de dode hoek was gereden om zijn boodschap over te brengen als onze zoon een jonge vader was geweest. Goede meesters doen dat!